Blessures zijn onderdeel van het sporten, zelf heb ik altijd moeilijk lopen doen met een zwakke enkel. Genoeg sporters geven na de zoveelste tegenslag dan ook op en zoeken een andere sport of stoppen in zijn geheel met sporten. Echter, sommige mensen hebben zo’n drive en motivatie dat stoppen simpelweg niet in hun woordenboek staat. Eén van deze atleten is onze All Star Kiki Hendriks.
Kiki is een para atlete die zich richt op de sprint onderdelen van atletiek. Wanneer je haar ziet is het een en al positiviteit en vriendelijkheid wat er op je af komt. Zelf leek het mij interessant om eens wat meer te weten te komen over deze All Star, dus ben ik eens met haar gaan praten:
Joram:
Even om te beginnen voor de mensen die jou nog niet kennen. Hoe zou je jezelf beschrijven?
Kiki:
Ik ben 19 en ik doe aan atletiek. Nog niet zo lang, of tenminste: ik heb er nu twee jaar uitgelegen en daarvoor was het vooral recreatief. Nu wil ik wel echt voor een hoger niveau gaan, dus nu gaan we harder en serieuzer trainen.
Joram:
Hoe ben je bij atletiek terecht gekomen? Van alle sporten die er zijn moet er iets zijn waardoor je naar atletiek bent gegaan.
Kiki:
Vroeger al toen ik 7 of 8 was zat mijn broertje op atletiek. Ik vond het altijd wel leuk om te zien. Ik ben ook gaan trainen, maar nog zonder sportprotheses. Dus ik volgde mijn broertje naar atletiek, maar toen werd ik telkens nog aan mijn been geopereerd dus lag ik er iedere keer uit. Op een gegeven moment ben ik er toen mee gestopt en na een tijd ben ik er weer mee begonnen. Geen idee wat de reden was, want het is ondertussen ook alweer lang geleden. Het leek mij gewoon altijd erg leuk om te doen.
Joram:
Wat aan atletiek specifiek maakt het een mooiere sport voor jou dan iets als voetbal of zwemmen?
Kiki:
Zwemmen dat heb ik vroeger wel gedaan voor mijn zwemdiploma’s en nooit echt als sport en voetbal vond ik op school altijd wel leuk, maar atletiek kun je gewoon voluit gaan. Vol sprinten, dat vind ik gewoon leuk. Ik weet niet waarom ik verder specifiek atletiek leuk vind, ik vond het vroeger al leuk en daar ben ik eigenlijk mee opgegroeid.
Joram:
En hoe ben je eigenlijk hier bij Aleco specifiek gekomen?
Kiki:
Via Koen, hem kende ik al via atletiek. Toen ben ik hier komen trainen voor kracht en zo.
Joram:
Hoeveel train je zelf eigenlijk per week?
Kiki:
Nu niet zo veel, maar als ik straks weer echt ga trainen wil ik het opbouwen tot negen keer per week. Moet dan natuurlijk wel kijken hoe het loopt. Ik train nu drie keer per week kracht, maar dat zou ik normaal niet zo doen. Alleen doordat ik nu niks anders kan, blijf ik zo toch nog een beetje bezig. Straks twee of drie keer per week kracht en de rest van de trainingen gewoon op de baan.
Joram:
Oké, duidelijk! Je noemde het zelf al even, je hebt genoeg operaties gehad. Ik weet niet helemaal hoe dat zit en ik denk dat de lezers van de blog er ook niet alles over weten. Zou je ons kort mee kunnen nemen in wat er eigenlijk aan de hand is?
Kiki:
Toen ik bijna 3 jaar was heb ik meningokokkenziekte gekregen, dat is een bacterie die in je bloed komt en alles kapot maakt. Ik ben hierdoor erg ziek geworden en raakte in coma. Gelukkig werd ik na 3 weken weer wakker maar mijn linker onderbeen, rechterhand en mijn linker vingers waren inmiddels afgestorven, dus die hebben ze geamputeerd. Als gevolg daarvan zijn in mijn rechterbeen de groeischijven kapotgegaan, dus mijn been stond echt heel krom. Daar heb ik de afgelopen jaren veel operaties aan gehad, maar dat hielp allemaal niet en toen hebben ze op een gegeven moment ook nog een zenuw geraakt. Daardoor kon ik mijn voet niet meer heffen. Het resultaat daarvan was dat ik twee jaar geleden als enige keuze, in overleg met de artsen, heb besloten dat been ook te amputeren. Anders zou ik over een paar jaar in een rolstoel zitten. Dan zou mijn rug kapot zijn en mijn knie en mijn enkel. Het was wel nog mijn eigen keuze, maar ik had eigenlijk geen keuze meer.
Joram:
Dat is een heftige beslissing om te nemen, vooral voor de leeftijd die je had. Hoe kom je tot zo’n beslissing?
Kiki:
Ik wist natuurlijk al hoe het is om een prothese te hebben. Dus dat scheelde wel. Ik deed toen gewoon alles, dus ik wist dat met een prothese het niet einde verhaal is. De status van mijn been voordat hij eraf ging was ook niet prettig. Ik liep met een spalk om mijn been en kon mijn voet niet meer heffen. Het was niet ideaal, dus dan was dit beter.
Joram:
De afgelopen weken dat ik zelf hier bij Aleco rondloop heb ik je een aantal keer voorbij zien komen. Je klinkt altijd er positief, zelfs nu we het er zo direct over hebben. Je bent gewoon heel vrolijk. Is dat een stukje persoonlijkheid, iets wat je altijd al wel hebt gehad, of is het iets waar je wel in hebt moeten groeien?
Kiki:
Nee, ik ben eigenlijk altijd wel positief geweest. Je kunt er toch niks aan veranderen, je kan dan net zo goed vrolijk door het leven gaan. Mijn leven is gewoon prima!
Joram:
Oké, want hoe ziet buiten atletiek een dag er voor jou uit?
Kiki:
Ik studeer orthopedische technologie, normaal gesproken in Eindhoven. Nu doe ik een minor in Breda, dat scheelt weer even wat reistijd. Verder doe ik nog paardrijden, ik heb eigen paarden, fotograferen vind ik ook leuk. Dat zijn een beetje mijn activiteiten.
Joram:
Dat zijn nog behoorlijk wat hobby’s! Even nog weer terug naar sport. Een heel erge cliché vraag, maar wat is jouw doel? Jouw ultieme sportdoel?
Kiki:
Het Nederlands kampioenschap indooratletiek lijkt me wel gaaf. Ik weet niet of dat het haalbaar is, aangezien het al komende winter is. Het Nederlands kampioenschap outdoor atletiek, daar wil ik zeker heen en is ook haalbaarder. Dat is in september ongeveer. Mijn echte hoofddoel is natuurlijk de Paralympische Spelen van 2024, maar hoever dat haalbaar is moeten we nog zien.
Joram:
Stel, worstcasescenario, je moet nog een keer geopereerd worden. Wat zou dat voor jou betekenen op sportief gebied?
Kiki:
Op zich, we gaan er van uit dat ik niet meer geopereerd hoef te worden, maar dat dachten we twee jaar geleden ook. Maar dan moeten we gewoon weer opnieuw beginnen, een beetje hetzelfde zoals nu. Dan zou ik gewoon weer willen gaan trainen. Ik zou in ieder geval sowieso niet opgeven.
Joram:
Heb je ondanks de tegenslagen en operaties al wel eens aan wedstrijden deel kunnen nemen?
Kiki:
Ja, voordat ik geopereerd werd heb ik wel een paar wedstrijden gelopen. Ook een keer een Nederlands kampioenschap, maar toen was ik nog recreatief met sport bezig en nu ga ik echt voor het serieuzere werk.
Joram:
En in hoeverre vereist jouw sport ondersteuning vanuit thuis en je omgeving?
Kiki:
Als ik meer ga trainen moeten mensen thuis wat meer dingen overnemen. We hebben dieren aan huis staan, dus dan moeten die wat vaker overgenomen worden. Verder scheelt het niet zo veel, want ik heb zelf een rijbewijs. Als ik een training heb in Amsterdam dan kan ik gewoon zelf gaan. Het is niet dat ik weggebracht hoef te worden, dus dat scheelt sowieso wel denk ik.
Joram:
Wat is voor jou de grootste drempel in vergelijking met bijvoorbeeld je broertje die dezelfde sport deed?
Kiki:
Om goed te kunnen rennen heb ik sportprotheses nodig die helemaal op maat gemaakt moeten worden. Helaas worden deze niet vergoed door de zorgverzekering. Dus toen ik besloot om atletiek te gaan doen moest ik eerst sponsoren zoeken om de €14.000 voor de sportprotheses bij elkaar te krijgen. Gelukkig heeft de gemeente Rucphen mij hierin ondersteunt. Hierdoor is de drempel om een bepaalde sport te gaan beoefenen voor een persoon met een handicap veel hoger dan voor een ‘gezond’ persoon.
Ik ren nu op sportprotheses, dus dat is sowieso al lastiger. Het loopt natuurlijk anders. Normaal zet je af met je voet, dat gaat bij mij niet. Ik moet daardoor dus eigenlijk alles vanuit mijn bovenlichaam en bovenbenen halen. Dat is lastiger. Je zal dus nooit even snel gaan lopen, dat is gewoon niet te doen, maar verder gaat het gewoon prima zo.
Joram:
Je had het over je blades/protheses waarmee je moet lopen. Hoe werk je er naartoe om echte wedstrijd blades te gebruiken? Wat is daarvoor nodig?
Kiki:
Ik ben begonnen op de basis blades. Ik heb door operaties twee jaar niets gedaan, dus we zijn daarmee begonnen. Die blades zijn wat stabieler en minder verend. Als je die basis weer onder de knie hebt met stabiliteit en balans kan je daarna oefenen met de sprint blades. Die geven iets meer energie terug, dus dat is qua balans wat lastiger.
Joram:
Wat zijn momenteel de prestaties waar je zelf het meest trots op bent?
Kiki:
Het Nederlands kampioenschap in 2017 en verder, dat ik niet opgeef vind ik ook zeker een prestatie.
Joram:
Wat is iets wat mensen denken over paralympische atleten waarvan jij denkt dat ze het verkeerd hebben of dat ze er te makkelijk over denken?
Kiki:
Over het algemeen dat paralympiërs minder hard trainen. Dat is namelijk niet zo. Ook wordt er vaak gezegd dat die blades heel erg veren en dat het geen energie zou kosten. Dat valt helaas hartstikke tegen. Het is niet alsof je verend over de baan gaat of iets. Je moet er zelf echt energie in stoppen en dan krijg je een beetje energie terug, maar die energie krijg je normaal uit je voeten terug. Dus in principe compenseert het gewoon, je gaat dus echt niet verend over de baan.
Joram:
Waarom zou jij andere mensen aanraden of adviseren om bij Aleco aan de slag te gaan? Wat overtuigde jou van Aleco?
Kiki:
Wat ik vooral fijn vind is de begeleiding tijdens de krachttraining. Je kan een oefening wel uitvoeren, maar als je hem niet goed uitvoert kan je het net zo goed niet doen. Verder is het heel fijn dat mij krachtschema speciaal voor mij samengesteld is. Daarnaast is het gewoon hartstikke gezellig! Ik vind gezelligheid wel belangrijk, anders ben je ook alleen maar aan het trainen. Het is wel leuk als er wat lol tussen zit af en toe.